
In 1847 ging de bekende gastronoom Ben Zwolsman, kombuisspecialist voor zijn werk naar Engeland. Onderweg snee hij zich in een onbewaakt ongenblik in zijn vinger die hevig ging bloeden. Daar Zwolsma niet wist dat hij hemofilie had, een bloedstollingstoornis, was de reis bijna fataal.
In het Engelse Yorkshire werd Zwolsma op het nippertje gered door de wond op tijd dicht te branden. De behandelend arts sprak van een énormous cut. Terug in Nederland gaf de gastronoom in Rotterdam-West diverse lezingen en vertelde keer op keer over de hevig bloedende ‘kut’, snee, die hij vergeleek met de snee van zijn ongestelde vrouw Jasparina. Door de jaren heen kreeg het woord ‘kut ‘ fonetisch, morfologisch, semantisch en syntactisch een andere betekenis.
Thans is het bargoens voor” Hè, wat naar nou!”